donderdag 11 augustus 2011

Penseelstreken

Samen bewegen ze zich voort over de met sneeuw bedekte weg richting het einde. De jongen, zoals het hoort, bestuurt het zwarte stalen ros en zijn vriendin houdt, ietwat angstig voor de gladheid, haarzelf vast aan de middel van haar vriend. Haar hoofd leunt zachtjes op de rug van de bestuurder, hierdoor wordt hij niet alleen warm gehouden door de dikke, zwarte winterjas, maar ook door haar lichaamswarmte. De lucht die ze beide uitademen doen wat anders vermoeden dan dat ze het wel degelijk warm hebben; de uitgeademde lucht verandert bij het uitgaan van het lichaam in witte wolkjes die zich na verloop van tijd laten samensmelten met de neerdwarrelende sneeuw.

Door de sneeuw verandert de krullenbol van de jongen in een misvormde ronde muts. Het rode lange haar daarin tegen van de persoon die achterop de met van roest bij elkaar gehouden pakjesdrager van het stalen ros zit, wappert mysterieus achter haar aan als een lange rode sjaal. Echter valt na enige tijd het haar stil; de jongen spreekt met zijn stem, waarin een noordelijk accent te ontwaren is, tegen haar en vertelt dat ze op het station aangekomen zijn. Het is er verdacht uitgestorven; de verse sneeuw is een nog onbeschilderd doek waarop het stel met hun voetstappen de eerste penseelstreken mogen neerstrijken.

Gearmd lopen ze in een rustige tred de stationshal binnen, nergens valt te ontdekken of de trein richting het nog koudere noorden rijdt. Ze besluiten dus maar in de richting van de perrons te lopen om te kijken of ze daar wat wijzer worden, maar daar ligt een nog groter doek te wachten op hun penseelstreken – en een eenzame trein op het perron van waar zijn trein vertrekt. Al lopend trekt hij één van haar kleine handen omhoog en geeft één voor één de vingers een zachte kus. Een startsein voor meer.

Midden op het perron geven ze elkaar een sensuele kus, waarbij de handen van de beide personen over het hele lichaam gaan. Over de rug naar boven, waar ze woelen in elkaars haar. Al snel trekken ze bij elkaar de inmiddels te warm geworden winterjassen uit. Daarop banen de handen van de jongen een weg onder de trui en T-shirt van het meisje richting de borsten. Zacht masseert hij ze waarbij de ademhaling van zijn vrouwelijke eega wilder en hartstochtelijker wordt. In haar opwinding knoopt ze de spijkerbroek van haar vriend los, schuift deze naar beneden en ze glijdt langzaam met haar vrije hand in zijn onderbroek. Daar neemt ze zijn harde lid in haar handen en speelt ermee.

De jongen vraagt haar om even te stoppen om elkaar de kans te geven ze van hun nog resterende kleding die ze dragen te kunnen ontdoen. Eenmaal naakt op het perron, waagt de jongen in de sneeuw te gaan liggen. Bij het eerste contact verdampt de sneeuw en komt er een lichte damp van hem af, een teken voor het meisje om bovenop de jongen te gaan zitten. Hierbij pakt ze het mannelijke geslachtsdeel vast en duwt het zachtjes bij haar naar binnen. Steeds verder zakt ze met haar lichaam totdat het moment daar is om omhoog te gaan. Een hartstochtelijke liefdesspel begint, waarin ze om de beurt boven liggen. Op het hoogtepunt ligt de jongen boven en stoot hij nog eenmaal krachtig om het orgasme nog fijner te maken voor elkaar. Bij beide ontsnapt een kreun vol van lust hun kelen.

Enige tijd later stapt de jongen in de enige gereedstaande trein. Zijn vriendin kijkt lijdzaam toe en kan het niet aanzien, ze besluit op het laatste moment ook de trein in te springen. Op het moment dat de eerste voet in de trein staat, verdwijnt de rust op het perron en begint het te leven, en rijdt de trein het niets in. Het enige waaruit blijkt dat het kunstwerk gecreëerd is, is het beschilderde doek op het perron door hun menselijke penseelstreken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten